donderdag 12 februari 2009

Liturgische overwegingen

Didache 6:3-10:7 bevat aanwijzingen voor de liturgie. De meeste aanwijzingen wekken wel sterk de indruk te zijn geschreven voor kerkelijke leiders. Dat is nog niet duidelijk uit de allereerste:
Houdt u verre van vlees dat aan afgoden is geofferd, omdat dit te maken heeft met de verering van dode goden. (Didache 6:3)
Over de doop geeft de Didache nauwkeurig aanwijzingen. Het zegt: ‘Nadat u al deze dingen hebt doorgenomen, doopt…’ (Didache 7:1) De dingen die zijn doorgenomen lijken de hoofdstukken over de twee wegen te zijn. Dopelingen moeten eerst goed weten wat voor leven van hun wordt verwacht. Over de doop zelf wordt gezegd in Didache 7:1-4
Doop in de naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest,
in stromend water.
Maar als u geen stromend water heeft, doop dan in ander water.
Als u niet kunt dopen in koud water, dan in warm water.
Als u geen van beide heeft, giet dan water over het hoofd, driemaal, in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.
En laten degenen die de doop uitvoeren en die gedoopt wordt, vasten, net als alle anderen die dat kunnen.
Je moet degenen die gedoopt wordt, ook zeggen dat hij eerst een of twee dagen moet vasten.
Vasten mag niet plaatsvinden op de dagen die hypocrieten (bepaalde Joden? alle Joden? Voor meer hierover, zie HIER) gebruiken voor hun vasten, dus niet op maandag en donderdag, maar op woensdag en vrijdag.(Didache 8:1)

Gebed moet ook anders zijn dan dat van de hypocrieten, maar ‘zoals de Heer gebood in zijn Evangelie.’ Vervolgens geeft de Didache het OnzeVader integraal weer, en zegt dat de gelovigen dat gebed drie keer per dag moeten bidden.(Didache 8:2-3)

Voor het avondmaal gebruikt de Didache de term Eucharistie. De instellingswoorden voor de beker en het gebroken brood worden precies voorgeschreven:

Voor de beker:
Wij zegenen U, Vader,
vanwege de heilige wijnstok David, uw knecht,
waaraan Gij ons deel hebt gegeven door Jezus, uw dienaar.
U zij de heerlijkheid in alle eeuwen!
Voor het gebroken brood:
Wij zegenen U, Vader,
vanwege het leven en de kennis,
waaraan Gij ons deel hebt gegeven door Jezus, uw dienaar.
U zij de heerlijkheid in alle eeuwen!

Zoals dit brood, dat wij breken,
verstrooid was over de bergen
en werd samengebracht, en één is geworden,
breng zo uw gemeente bijeen in uw rijk,
van de einden der aarde.
Want U is de heerlijkheid en de kracht
door Jezus Messias,
in alle eeuwen der eeuwen! (Didache 9:1-4)
Ik heb hierbij overigens een vertaling gebruikt uit het Dienstboek van de PKN. Daar wordt dit gebed voor de eucharistie uit de Didache gebruikt.

Na afloop van de viering, zegt de Didache dat dit gebed moet worden gebruikt:
Wij danken U, heilige Vader, vanwege Uw heilige Naam, die U in onze harten hebt doen wonen, en voor de kennis en geloof en onsterfelijkheid, die U ons door Jezus Christus, Uw Knecht, heeft doen kennen. Aan U de eer in de eeuwen.
Gij, albesturend Heerser, hebt het al geschapen wegens Uw Naam: voedsel en drank hebt Gij gegeven aan de mensen om er van te genieten opdat zij U zouden dankzeggen. Aan ons heeft U gegeven geestelijk voedsel en drank en eeuwig leven door Jezus uw knecht. Bovenal danken wij u omdat U machtig bent. Aan U de eer in de eeuwen.
Gedenk Heer, Uw kerk, om haar te bevrijden van alle kwaad en haar te voltooien in uw liefde; verzamel haar, de geheiligde, uit de vier windstreken naar uw Koninkrijk dat Gij haar bereid hebt; omdat van U is de kracht en de eer in de eeuwen.
Komen moet de genade en voorbijgaan deze wereld. Hosanna de God van David."
Als iemand heilig is, moet/laat hij komen; zo niet; laat hij zich bekeren. Maranatha.(Didache 10:1-6)
Ook deze woorden komen we tegen in liturgien van de PKN. Interessant is dat de Didache aan dit voorgeschreven gebed toevoegt: ‘Maar sta de profeten toe om dank te zeggen hoe ze maar willen’. (Didache 10:7)

In de oude gemeente was blijkbaar een categorie gelovigen die in de kerkdienst vrije gebeden bij de Eucharistie kon doen. Die uitspraak vormt meteen ook de overgang in de Didache naar een gedeelte met aanwijzingen over de rol van kerkleiders en rondreizende apostelen en profeten.

Geen opmerkingen: